De indeling van het
gebouw was zeer eenvoudig en doelmatig. Op zowel de begane grond, de
eerste verdieping en (vermoedelijk) de tweede verdieping bestond de
indeling uit een middengang in noord-zuidrichting (evenwijdig aan de
voorgevel), geflankeerd door kamers. De hoekkamers (elk twee
venster-assen) waren twee keer zo groot als de middelste kamers (elk
één venster-as. Aan het zuidelijk kopeinde van deze middengang
bevond zich het trappenhuis. De zolder werd waarschijnlijk gebruikt
als opslagruimte. De verlichting bestond uit de eerder genoemde
dakkapellen. Gezien de legeringsfunctie van kazerne valt het te
verwachten dat de interieur-afwerking zeer sober en eenvoudig was.
Hoewel hierover (vooralsnog) geen gegevens beschikbaar zijn, moet
niet worden uitgesloten dat de balklagen in het zicht waren en de
wanden afgewerkt waren met vlak en glad pleisterwerk.
Aan de achterzijde
had het pand vanouds een smalle aanbouw, die zowel op de begane
grond als de eerste verdieping twee kamers bevatte.
Fase
2 (verbouwing, 1882): Het
hoofdgebouw van de kazerne werd op 19 oktober 1877 getroffen door
een zware brand, waarbij alleen gedeelten van de gevels gespaard
werden. Na deze brand vond sloop plaats, zodat alleen de twee
hoekpaviljoens overbleven. Ter plaatse van het hoofdgebouw werd in
1881/82 een nieuwe HBS voor meisjes gebouwd, die tot op dat moment
aan de Plompetorengracht was gevestigd. Het ontwerp voor deze school
is gemaakt door de stadsarchitect C. Vermeijs. Later werd deze HBS
herbestemd tot een Gemeentelijk Atheneum. De terreinen aan de
Ridderschapsstraat werden uitgegeven voor particuliere woningbouw. In
1882 werd het zuidelijke hoekpaviljoen (Wittevrouwenkade 1)
in gebruik genomen als kantoor der hypotheken en het kadaster
met conciërgewoning, het noordelijke paviljoen als ijkkantoor en
het "Utrechts museum
voor de kunstnijverheid". Uit het bestek voor de verbouwing
van Wittevrouwenkade 1 blijkt dat de begane grond en eerste
verdieping werden heringedeeld, terwijl de tweede verdieping en kap
in hoofdlijnen ongewijzigd bleven. De vloer van de begane grond werd
geheel vernieuwd. Verder zijn
|
|
de trappen,
binnendeurkozijnen en schoorstenen op de begane grond en eerste
verdieping vervangen. Een nieuw trappenhuis kwam in het achterste
deel van het gebouw tot stand. De kapconstructie werd versterkt
door ijzeren onderslagbalken. De voorgevel werd op de begane grond
voorzien van pleisterwerk met schijnblokken (rustica-werk), een
cordonband en hoekkettingen (over de eerste en tweede verdieping),
terwijl de strekken boven de vensters op de eerste verdieping
werden voorzien van hoek- en middenblokken van pleisterwerk. Ook
de interieur-afwerking is geheel vernieuwd. De zolderingen werden
uitgevoerd als stucplafonds (op "schroten" en "Overmaasch
riet"), slechts voorzien van eenvoudige plinten (vlakke
randlijsten). De wanden in de gangen, archiefruimten en trappen
kregen vlak pleisterwerk, het merendeel van de kantoorruimten
behang (op de gepleisterde muren) en de kantoorruimten voor het
hogere personeel en de woonruimten een bespanning met
behangpapier. Uit het bestek kan worden opgemaakt dat er sprake is
van nissen (kachelnissen voor de eenvoudige kantoorruimten) en
schouwen met schoorsteenmantels (in de kantoorruimten voor het
hogere personeel), die op de begane grond en de eerste verdieping
gedecoreerd moesten worden met pilasters en kroonlijsten. De
(houten) schoorsteenmantels moesten gemarmerd worden. Al het
houtwerk moest worden geschilderd in nader te bepalen kleuren.
Alleen voor het houtwerk in de gangen is een kleur opgegeven in
het bestek, namelijk "eikenhout". De trapbalusters
werden gebronsd.
In de smalle
aanbouw aan de achterzijde werd een conciërgewoning ingericht.
Fase
(verbouwing, 1927): Uit de
tekening van 1927 blijkt dat er tussen 1880 en 1927 diverse
(kleinschalige) aanpassingen hebben plaatsgevonden. De hoofdopzet
van de plattegronden is echter ongewijzigd gebleven. De indeling
wordt gekenmerkt door de middengangen in noord-zuidrichting,
geflankeerd door kantoorruimten van verschillende grootte. Het
trappenhuis bevindt zich aan de achterzijde. (Bij
de verbouwing....)
Zie verder volgende kaart
|